Kendo is een Japanse zwaardvechtsport. Er wordt gevochten met een shinai, een bamboe of carbon zwaard.
Uitrusting
De uitrusting bestaat uit Men (hoofd- en keelbescherming), Kote (polsbescherming), Do (bescherming van het bovenlichaam) en Tare (heupbeschermer).
Technieken
Er zijn een viertal basistechnieken, Men, slag naar het hoofd, Kote, slag naar de pols, Do, slag naar de zijkant van het lichaam en Tsuki, steek naar de keel. Uiteraard zijn deze delen van het lichaam goed beschermd. Verder zijn er combinaties van deze technieken mogelijk, bijv, kote – men, of kote – men – do. Ook kunnen behalve de tsuki, de technieken ook achterwaarts uitgevoerd worden. Alleen met deze technieken kan je in een wedstrijd ook punten scoren.
Beginners worden altijd eerst een aantal trainingen apart genomen, om de basistechnieken te leren. Zij zullen de eerste maanden zonder bogu (de beschermende uitrusting) trainen en zich toeleggen op het goed uitvoeren van de technieken. Na een paar maanden (afhankelijk van de vaardigheid en inzet) is het mogelijk om ook met bogu te trainen. We hebben een aantal bogu voor de beginfase te leen. De reden van het trainen zonder bogu in het begin, is om je te kunnen concentreren op de technieken en die goed aan te leren. Zodra je een bogu aan hebt, krijg je er een (moeilijke) rol bij, dan moet je ook slagen ontvangen, zorgen dat je tegenstander de technieken goed uit kan voeren, een leraar zijn dus. Dan heb je minder tijd om jezelf te observeren en te corrigeren.
Concentratie
Bij kendo moet je heel geconcentreerd zijn. Een moment van concentratieverlies betekent verliezen. Je moet proberen je tegenstander te laten doen wat jij wilt, uitlokken, zodat je altijd klaar bent om daar je antwoord op te geven. Kendo zorgt voor een betere lichaamscontrole, maar ook voor concentratievermogen, lichaamshouding en zelfdiscipline. De beheersing van de geest.
Kiai (schreeuw)
Wat bij kendo direct opvalt, is het geschreeuw ofwel de kiai. Deze kiai heeft een drietal functies. De belangrijkste is om je ademhaling goed te reguleren. Bij een slag moet je tegelijker tijd een kiai geven (en stampen). Doordat je inademt voor je slag, adem je op het juiste moment in en uit. Verder kan je met je kiai je tegenstander imponeren maar ook jezelf oppeppen.
Wedstrijden
Kendo is ook een wedstrijdsport. Een wedstrijd duurt in principe maximaal 5 minuten, of korter als een van de twee kendoka twee punten heeft gescoord. Het kan dus ook in 30 seconden afgelopen zijn. Bij individule wedstrijden, kan er na 5 minuten nog een verlenging volgen. Die gaat door totdat een van de kendoka een punt gescoord heeft.
Een punt is niet zomaar een punt. Je moet goed raken en laten zien dat je ook de intentie had om daar te raken, tegelijkertijd een kiai geven en met je rechtervoet stampen. Daarnaast moet je je punt ook ‘afmaken’. Dit wil zeggen, laten zien dat je nog steeds geconcentreerd bent. Niet stoppen na je punt, maar doorlopen, weer afstand nemen tot je weer op een veilige afstand van elkaar staat. Dit heet Zanshin.